De toetjesvlucht
Het was een zonnige dag op de Zuidpool, archie lag zoals altijd te lummelen in de zon.
Archie was een penguin, een penguin met een dikke buik, slippers en een mutsje tegen de kou.
Het enige wat archie eigenlijk belangrijk vond was eten, maar niet zomaar eten, archie at alleen toetjes. Terwijl al zijn vriendjes op de Noordpool vis aten.
Archie vond het op de ijsberg eigenlijk veel te koud, hij zat altijd maar te dromen over toetjes. Iedereen vond archie vreemd met zijn verhalen over een toetjes eiland. archey wist zeker dat het bestond. in zijn dromen vloog het boven hem in de lucht. Maar archie was een penguin, en penguïns kunnen niet vliegen. Hij wist wat hem te doen stond, hij moest leren vliegen. hij moest naar de tovenaars van toen. die wisten wel raad. archey besloot de lange reis naar het toverdorp te maken.
Hij liep de hele wereld rond, tot hij uiteindelijk het paddenstoelen paradijs gevonden had. Zo hete het toverdorp.
Al snel vond hij het tover huisje van toen. Al voor hij kon kloppen vloog de deur open en kwamen er twee vreemde tovenaars naar buiten rennen. ze leken op een konijn en een gier. het konijn had en groot toverboek in zijn handen en de gier een grote staf en een blauwe tovertas.
penguïn wat komt u hier doen? Vroegen de tovenaars tegelijk.
Ik wil vliegen, zei archie; ik wil vliegen.
Dat kan zeiden ze weer tegelijk, maar u weet toch dat vliegende penguïns niet kunnen zwemmen.
Ja, zei archie en dat vind ik prima! maak van mij een vliegende penguin!
Oké, zoals u wenst, hou u tenen vast en denk aan een fietspomp, zeiden de tovenaars.
Archie deed wat hem gezegd werd en steeg plotseling op, hij voelde zich geweldig!
Archie kon vliegen! en zo snel als hij was aangekomen in het bos vertrok hij weer.
Hij wist waar hij naartoe moest, en vloog.....
En elke keer als je toetjes eiland nu binnen komt zal je een grote dikke penguin vinden slurpend aan een toetje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten